VZR ziet een oplopende spanning tussen de inzet van het aantal leaseauto’s door de werkgever en de mobiliteitskeuzes van de zakelijke rijder. Nu thuiswerken een blijvertje is en digitale meetings onverminderd populair blijven, is de vraag bij wie de mobiliteitskeuze en de rekening komt te liggen.
Een rondgang onder leasemaatschappijen wijst uit dat er minder zakelijke leasecontracten worden ingezet. Uiteraard zijn werkgevers in de huidige economische crisis minder bereid langdurige financiële verplichtingen, zoals leasecontracten, aan te gaan. De vraag die zicht opwerpt is wie dan wel? Als alternatief voor een leasecontract zijn er een aantal opties:
Mobiliteitsbudget
Een mobiliteitsbudget is een maandelijkse vergoeding voor de werknemer om zijn mobiliteit zelf in te kopen. Dat kan op alle manieren die de werknemer zelf wil: OV jaarkaart, een fiets, een eigen auto etc. De werknemer kan het geld dat hij niet besteedt aan mobiliteit, bruto, bij zijn inkomsten optellen. Oftewel, een leasebudget is in de meeste gevallen voordeliger dan een mobiliteitsbudget. De zakelijke rijder betaalt hier de rekening.
Kilometervergoeding
Het rijden met een privéauto en de zakelijke kilometers declareren is een andere optie. Helaas hanteren veel werkgevers standaard de onbelaste kilometervergoeding van € 0,19 als kilometervergoeding. Deze onbelaste vergoeding staat ver af van de daadwerkelijke kilometerprijs van een auto. Opnieuw betaalt de zakelijke rijder hier de rekening.
Privélease
Een laatste interessante optie is om een auto volgens een private leaseregeling aan te gaan. Middels een kilometervergoeding kan de werknemer zijn zakelijke kilometers gedeclareerd krijgen. In deze optie is het echter de zakelijke rijder die een contract voor vier of vijf jaar aangaat en niet langer de werkgever. Ook bij deze optie is de zakelijke rijder degene die niet alleen de rekening betaalt, maar ook nog eens risicodrager wordt.
“De zakelijke rijder mag niet belast worden met hogere kosten en het dragen van het risico voor zijn zakelijke kilometers” concludeert Jan van Delft, voorzitter van VZR. “Uiteraard is de werknemer ook partij in het gezond houden van het bedrijf waar hij werkt en daar zullen hier en daar offers gebracht moeten worden. Het afwentelen van de kosten én het contractrisico op de zakelijke rijders is niet de oplossing. Zoals VZR ook eerder in haar Position Paper publiceerde. We adviseren bedrijven dan ook te zoeken naar flexibele mobiliteitsoplossingen zoals flex- en shortlease, of een volwaardig mobiliteitsbudget”.
bron: VZR